skip to main content
Ga naar de homepage
EN

Uitgebreide searchtool

NENnovation funnel Uitgebreide searchtool

Deze searchtool helpt om via een stapsgewijze aanpak, gericht en effectief te zoeken naar de relevante regels, standaarden en eisen.

Voor de meeste producten en diensten zijn er standaarden. Soms zelfs tientallen. Voorbeelden van standaarden voor producten:

  • Standaarden voor de aansluiting op een ander product
  • Veiligheidsstandaarden
  • Standaardmaten
  • Standaarden met testmethoden om de kwaliteit van het product te kunnen aantonen

Voorbeelden van standaarden voor diensten:

  • Standaarden die vastleggen, welke service de klant mag verwachten.
  • Eisen aan de opleiding van het personeel.
  • Standaardprocedures.

Toepassing van standaarden is soms verplicht of bijna verplicht, omdat de wet dat voorschrijft of omdat de klant het eist. Maar het kan ook een eigen keuze van het bedrijf zijn om standaarden te gebruiken, bijvoorbeeld om kosten te besparen of de klanten beter te bedienen. Standaarden kunnen bepalen of een product of dienst flopt of een mega-succes wordt. (klik hier voor voorbeelden). Standaarden kunnen een stuurmiddel voor een bedrijf zijn om nieuwe markten te veroveren en betere bedrijfsresultaten te krijgen. Klik hier voor voordelen van normalisatie voor producenten en afnemers. Het belang van standaarden en normalisatie neemt steeds verder toe. Wil je weten, hoe dat komt, klik dan hier.

Standaarden uitzoeken is lastig, omdat er zo veel zijn. Het gevaar is dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Hieronder vind je een systematische benadering om normen voor producten en diensten uit te zoeken. We gaan er van uit dat er al een globaal ontwerp van het product of de dienst is.

Standaarden opsporen met een zoekmachine?

Hoe zoek je standaarden? De snelste manier om standaarden te zoeken is: toets enkele zoektermen (Nederlands of Engels) plus de woorden ‘standaard of norm’, in bij een zoekmachine en kijk naar het resultaat. In veel gevallen vind je zo wel wat. Dat kan een eerste idee geven van wat er zoal is. Toch is het de vraag, of je zo vindt wat je echt nodig hebt:

  • Je vindt dat een leverancier zegt dat hij een bepaalde standaard gebruikt. Gebruiken andere leveranciers die ook? Kun je die het beste zelf ook gebruiken, of is daar geen reden toe?
  • Er blijkt een officiële standaard te zijn, aangeduid met ‘NEN-EN, DIN-EN, BS-EN etc.’, gevolgd door een nummer. Is gebruik van deze standaard verplicht? Of kun je net zo goed iets anders gebruiken?
  • Je hebt 10 standaarden gevonden. Maar misschien zijn er nog veel meer.

Kortom: je vindt wel iets, maar misschien niet genoeg. Als je denkt dat je er zo al bent, breng je jezelf op een dwaalspoor. Daarom kan het verstandig zijn om eerst goed na te denken, en dan pas Internet te gebruiken.

Eerst nadenken

Normen zoeken terwijl je eigenlijk nauwelijks weet wat dat zijn en waarvoor je kunt gebruiken, is niet echt slim. Het is daarom verstandig de volgende stappen te doorlopen:

Voor meer dan de helft van alle producten gelden eisen die samenhangen met de zogenaamde CE-markering. Dit geldt vooral voor producten waarbij het gebruik gevaren met zich kan meebrengen, bijvoorbeeld door mechanische beweging of doordat elektriciteit wordt gebruikt. Omdat dit zoveel voorkomt, beginnen we hiermee. Zoek je normen voor diensten, dan kun je meteen doorgaan naar stap 2.

Ruim de helft van alle producten moet zijn voorzien van CE-markering. Daarmee maakt de fabrikant zichtbaar dat deze producten voldoen aan wettelijke eisen, die zijn vastgelegd in Europese richtlijnen. De eisen uit deze richtlijnen moeten worden overgenomen in de nationale wetgeving. Het voldoen aan de eisen maakt de fabrikant zichtbaar door de letters CE (Conformité Européenne) aan te brengen. Als uitwerking van de eisen in de richtlijnen worden Europese normen gemaakt. Wie zich aan de standaarden houdt, wordt geacht zich ook aan de wettelijke eisen te houden. Werken conform standaarden is daarom de eenvoudigste manier om aan die eisen te voldoen. Lees voor je de richtlijnen en bijbehorende standaarden gaat zoeken eerst de uitleg over CE-markering.

Welke richtlijn(en)?

Bepaal eerst, welke richtlijn(en) van toepassing zijn. Er is ondertussen een flink aantal van deze zogenaamde Nieuwe-Aanpakrichtlijnen, in 2008 vervangen door het Nieuwe wetgevingskader (New-Legislative-Framework). Drie daarvan hebben betrekking op een zeer groot aantal producten:

De andere richtlijnen binnen het nieuwe Nieuwe-wetgevingskader (New-Legislative-Framework) hebben betrekking op specifieke product­groepen, bijvoorbeeld:

  • apparaten in explosieve omgeving;
  • bouwproducten;
  • drukvaten van eenvoudige vorm;
  • explosieven voor civiel gebruik;
  • medische hulpmiddelen;
  • niet-automatische weegwerktuigen;
  • personenliften;
  • persoonlijke beschermingsmiddelen;
  • pleziervaartuigen;
  • audioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur;
  • speelgoed.

Veel producten en productgroepen vallen onder het toepassingsgebied van meer dan één richtlijn. Zie voor een overzicht van de richtlijnen op de site van de New approach:https://ec.europa.eu/growth/single-market/goods/new-legislative-framework_en Per richtlijn is aangegeven waar deze exact over gaat. Het kan best lastig zijn om te bepalen, welke richtlijn van toepassing is.

Welke standaard(en)?

Bij elke nieuwe richtlijn worden Europese standaarden ontwikkeld. Soms zijn ze er al, soms zijn ze nog in ontwikkeling, of ze worden al weer herzien. Per richtlijn is een overzicht van standaarden te vinden. Deze standaarden hebben meestal de aanduiding EN. Ze worden door Nederland overgenomen en krijgen dan de aanduiding NEN-EN. In andere landen krijgen ze de aanduiding DIN-EN (Duitsland), BS-EN (UK) etc. Meestal zijn ze in het Engels (of Duits of Frans); enkele veel gebruikte standaarden zijn wellicht vertaald in de moedertaal..

Heb je eenmaal deze standaarden gevonden, dan blijkt dat die dikwijls weer verwijzen naar andere standaarden, die op hetzelfde product betrekking hebben.

Kijk hier voor meer informatie over de activiteiten van NEN en een overzicht van normcommissies op het gebied van machinebouw.  

NEN biedt ook veel trainingen, onder andere op het gebied van CE-markering en machineveiligheid. Kijk hier voor meer informatie.

De wegwijzer CE Markering is een handige tool. Zie: https://www.wegwijzercemarkering.nl/

RVO heeft ook een pagina met meer informatie over de CE-markering, zie:

https://www.rvo.nl/onderwerpen/tools/wet-en-regelgeving/eu-wetgeving/ce-markering

Daarnaast biedt RVO de volgende praktische digitale tools:

CE-Markering stappenplan

Regelhulp CE-markering

Bijna elk Europees land heeft een nationaal standaardisatie-instituut. De meeste nationale standaardisatie-instituten hebben een catalogus van standaarden. Voor Nederland zijn de normen te vinden via de zoekfunctie van NEN of via NENConnect van NEN.

De standaarden die de commissies van instituten speciaal voor dat land zijn gemaakt  hebben een landspecifieke aanduiding, gevolgd door een nummer. NEN voor Nederland, DIN voor Duitsland, BS voor de UK etc. Ook zijn er normatieve publicaties met een iets andere status, aangeduid als NPR, en publicaties die via een eenvoudiger procedure zijn ontwikkeld, aangeduid als NTA.

De meeste standaarden die voor nationale organisaties van belang zijn komen niet op nationaal niveau tot stand, maar mondiaal of Europees. Officiële mondiale normen komen van:

  • de International Organization for Standardization (ISO) – de meeste standaarden hebben de aanduiding: ISO, gevolgd door een nummer;
  • de International Electrotechnical Commission (IEC) – aanduiding: IEC + nummer;
  • de International Telecommunication Union (ITU) – de standaarden worden ‘Recommendations’ genoemd.

De officiële Europese normalisatie-organisaties zijn:

  • Comité Européen de Normalisation (CEN);
  • Comité Européen de Normalisation Electrotechnique (CENELEC);
  • European Telecommunication Standards Institute (ETSI).

De meest voorkomende aanduiding van Europese standaarden is EN, gevolgd door een nummer.

Al deze standaarden zijn in principe vrijwillige normen: het staat organisaties vrij om ze wel of niet te gebruiken. Bij de totstandkoming worden de volgende spelregels gehanteerd:

  • (vertegenwoordigers van) alle belanghebbenden mogen meedoen;
  • besluitvorming op basis van argumenten en ‘consensus’ (het erover eens zijn om het niet langer oneens te zijn);
  • mogelijkheid voor niet-deelnemers om commentaar te leveren op het normontwerp; met dit commentaar wordt beargumenteerd rekening gehouden.

Deze zorgvuldigheid bij de totstandkoming draagt bij aan het draagvlak voor de standaard. Een standaard van een officiële normalisatie-instelling heeft daardoor in de meeste gevallen een zekere status in de markt.

De officiële Nederlands, Europese en internationale standaarden zijn te vinden via NEN Connect met behulp van zgn. ICS codes en zoektermen. ICS staat voor International Classification for Standards. Het is een code om de standaarden mee te classificeren. Als een gevonden standaard een bepaalde ICS-code heeft, is de kans groot dat andere standaarden met dezelfde ICS-code eveneens van belang zijn.

In NEN Connect is een compleet overzicht te vinden van ICS-codes. Via doorklikken kom je op subcategorieën, enzovoort.

Zie ook www.nen.nl en www.nenconnect.nl voor meer informatie en toegang tot dit systeem en zie ook deze instructievideo voor het gebruik van NEN Connect.  

Andere tips voor het zoeken in NEN Connect:

  • zoek op "trefwoord" of een combinatie van trefwoorden. Zoek op exacte en slimme wijze. Klick daarvoor op de help button.
  • zoek eerst op ICS-code en verfijn vervolgens binnen de resulterende lijst met standaarden
  • bekijk een relevante norm en zoek verder in de lijst met referenties naare andere relevante normen.
  • het document UIT 78 (te vinden in NEN Connect) biedt een mooi overzicht van alle standaarden op het gebied van de Machinerichtlijn
  • het document UIT 58 biedt een praktische aanpak voor de risicobeoordeling volgens de Machinerichtlijn

Voor studenten is NEN Connect onder deze naam toegankelijk via de digitale library / bibliotheek van de onderwijsinstelling.

Waarschijnlijk heb je bij de eerste twee stappen al een hele reeks standaarden voor het product of de dienst (hierna gebruiken we alleen de term ‘product’) ontdekt. Die standaarden kunnen worden gebruikt door de fabrikant of leverancier, maar ook door andere marktpartijen. Deze marktpartijen maken echter niet alleen gebruik van officiële standaarden, ze kunnen ook zelf eisen opstellen of gebruik maken van andere organisaties die dat doen. Om systematisch standaarden te zoeken is het daarom nodig om in kaart te brengen, welke organisaties dit kunnen zijn. Een bijzondere partij is de overheid, nationaal of Europees. We kwamen de Europese overheid al tegen bij CE-markering. Hierna gaan we ook in op andere eisen van overheden.

Andere partijen met eisen

Andere partijen die eisen kunnen stellen kun je vinden door systematisch een aantal kijkrichtingen langs te lopen:

1    Productieketen

Eisen aan het product kunnen worden gesteld door de partijen die ergens in de productieketen een rol spelen. Probeer daarom die keten in kaart te brengen. Bedoeld is de productieketen van ruwe grondstoffen, via halffabrikaten en onderdelen tot producten, met vervolgens de gebruikers van deze producten en daarna eventueel hergebruik, recycling of verwerking tot afval. Ook vervoerders en (tussen)handel kunnen eisen stellen. Zo’n keten kan best ingewikkeld zijn, zoals het volgende voorbeeld laat zien.

 

2    Gebruik

In de productieketen komen we ook de gebruiker tegen: consument of professionele gebruiker. Soms zijn ook andere partijen vanuit de gebruikerskant betrokken bij het onderwerp waarop de standaard van toepassing is.

3    Ontwerp

De bedrijven in de productieketen zijn dikwijls ook degenen die vanuit de ontwerpkant met het standaardonderwerp zelf te maken hebben. Maar soms zijn productie en ontwerp gescheiden. In de bouw is er bijvoorbeeld dikwijls een duidelijk onderscheid tussen architect (ontwerp) en aannemer (detail-ontwerp en productie).

4    Technische raakvlakken

Per fase in de keten valt na te gaan, of het product ergens in, aan, op of bij past, zoals margarine in een kuipje, een dashboard in een auto of olie in een pijpleiding. Er kunnen machines of werktuigen of mensen zijn die ‘iets doen’ met het product. Standaarden voor een product kunnen ook relevant zijn voor partijen die te maken hebben met technische raakvlakken van dat product. Hier valt opnieuw te onderscheiden tussen productie, gebruik en ontwerp.

5    Keuring

Dan kunnen er partijen zijn die het product, of de technische omgeving die direct met het product te maken heeft, moeten keuren:

  • De producent zelf.
  • De afnemer.
  • Een andere partij die iets met het product te maken heeft.
  • Een neutrale keuringsinstelling (bijvoorbeeld een certificatie-instelling).

Sommige keuringsinstellingen ontwikkelen zelf de eisen op basis waarvan zij keuren.

6    ‘Organisaties van’

Op basis van de bovenstaande kijkrichtingen is een groot aantal partijen te vinden. Een deel daarvan zal eisen aan het product kunnen stellen. Dikwijls hebben deze partijen zich ook nog weer verenigd in ‘organisaties van’, zoals:

  • Vakbonden
  • Consumentenorganisaties
  • Gebruikersorganisatie
  • Brancheorganisatie
  • Consortia van bedrijven
  • Beroepsverenigingen of andere organisaties van specialisten in het vakgebied.

Juist dergelijke organisaties stellen soms ook nog weer eisen.

De belangrijkste partijen die eisenpakketten voor het product hebben ontwikkeld zijn in veel gevallen:

  • De producent zelf.
  • De afnemers.
  • Officiële standaardalisatie-instellingen.
  • Overheden.

Probeer te bedenken welke van de andere genoemde partijen ook eisen zullen stellen aan het product. Alle genoemde partijen, en dat zijn er voor de meeste producten heel veel, kunnen eisenpakketten hebben ontwikkeld die voor het product van belang zijn. In veel gevallen hebben ze een website en kun je op die site zien of de organisatie zich bezighoudt met standaarden. Maar dat is niet altijd te zien; vooral bedrijven die eisen stellen aan zichzelf of aan toeleveranciers zetten dat niet op hun site.

Europese wettelijke producteisen

Naast de al genoemde richtlijnen binnen het Nieuwe-wetgevingskader is voor veel producten ook nog andere Europese wetgeving van belang. We noemen daarvan alleen datgene wat veel voorkomt:

Productaansprakelijkheidswetgeving

Productaansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van een producent voor mogelijke gebreken aan een door hem geleverd product. Gaat er in het gebruik door de consument of andere gebruiker van een product iets mis, dan legt de Europese Richtlijn Productaansprakelijkheid 85/374/EEG de bewijslast bij de producent: deze moet kunnen aantonen dat hij zijn product zodanig goed heeft gemaakt, getransporteerd en opgeslagen, dat hem niets valt te verwijten. Als de producent kan aantonen, dat zijn product voldoet aan standaarden, staat hij juridisch sterker, omdat rechters er in veel gevallen van uitgaan dat in standaarden de "geaccepteerde stand der techniek" is vastgelegd. Als de producent bovendien nog een kwaliteitsmanagementsysteem heeft conform standaarden (zoals EN-ISO 9001), staat hij nóg sterker. Deze aansprakelijkheidswetgeving maakt het werken conform standaarden dus belangrijker.

Zie voor meer informatie van RVO over productaansprakelijkheid

Openbare aanbesteding

Wordt het product geleverd aan een (semi-)overheidsinstantie? In sommige gevallen is de overheid door Europese wetgeving verplicht om eisen aan dit product te stellen die bij voorkeur zijn vastgelegd in Europese standaarden. De achtergrond van deze Europese wetgeving is dat nationale overheden dikwijls geneigd zijn om omvangrijke investeringsprojecten te gunnen aan nationale bedrijven. Om ook hier één vrije Europese markt te krijgen, moeten binnen de Europese Unie in enkele sectoren bij investeringen boven een bepaald bedrag, de aanbestedingen openbaar zijn. Dan kunnen bedrijven uit andere landen ook meedingen naar de opdracht. Als in het bestek wordt verwezen naar nationale standaarden, ontstaat de facto echter toch nog een handelsbelemmering. Daarom heeft de Europese Unie bepaald, dat het bestek moet verwijzen naar Europese standaarden, voor zover die er op het desbetreffende gebied zijn. Bedrijven die willen meedingen naar grotere overheidsopdrachten kunnen hierdoor niet om Europese standaarden heen. Er gaat bovendien een uitstralingseffect van uit naar andere projecten buiten de overheidssfeer.

Er zijn Europese richtlijnen voor de openbare aanbesteding van overheidsopdrachten op de gebieden:

  • Werken.
  • Leveringen.
  • Diensten.
  • Nutssector.

Arbeidsmiddelen

Europese richtlijnen die met CE-markering te maken hebben stellen eisen aan producten, en hebben betrekking op het in de handel mogen brengen van die producten, bijvoorbeeld machines. Een bedrijf dat zo’n machine koopt mag die machine niet zondermeer ook gebruiken als productiemiddel. Daar is weer andere Europese wetgeving voor: een Europese Richtlijn ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (89/391/EEG). Deze richtlijn geeft minimum voorschriften over veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats.

RVO biedt een overzicht van alle Arbo-wetgeving voor EU-landen of klik hier voor de website van het Europees Agentschap voor Veilgheid en Gezondheid op het Werk..

Nationale wettelijke producteisen

Veel Europese wetgeving is overgenomen in de nationale wet- en regelgeving. Specifiek nationale producteisen zijn er steeds minder. De eisen die in verschillende Europese landen worden gesteld kunnen verschillen. De Europese Commissie streeft naar het wegnemen van belemmeringen om vrij verkeer van goederen tussen verschillende landen te bevorderen. Het is belangrijk om de landspecifieke eisen aan een product in kaart te hebben.

In Nederland is de wet- en regelgeving voor machines vastgelegd in de volgende wetgeving:

Op de markt brengen

Warenwet

Warenwetbesluit machines

Gebruik: Arbeidsmiddel (prof.)

Arbeidsomstandighedenwet

Arbeidsomstandighedenbesluit

Aan de hand van de onderstaande checklist kun je nagaan, welke standaarden voor jouw product mogelijk zijn. De checklist is redelijk compleet; sommige categorieën vertonen enige overlap. We beginnen met de algemene afweging tussen standaard en maatwerk.

Standaard of maatwerk?

Krijgt elke klant een ander product of krijgt iedereen hetzelfde? Als iedere klant hetzelfde krijgt, is het product zelf standaard. Vaak gaat het hier om commerciële beslissingen van de leverancier. Klantenwensen verschillen. Dat pleit voor verscheidenheid. Echter: verscheidenheid is vaak duurder in productie. Dat pleit weer voor eenheid. Vaak is een tussenoplossing het beste, waarbij er voor de klant wel keuzemogelijkheden zijn, maar er toch onderliggende eenheid is, bijvoorbeeld standaardmodules.

  • Welke eigenschappen van het product kunnen variëren? (bijvoorbeeld motorvermogen, kleur, afmetingen)? Zijn er per eigenschap verschillende mogelijkheden? Zo ja, onbeperkt (bijvoorbeeld elke kleur) of een beperkt aantal mogelijkheden (bijvoorbeeld groen, blauw, rood)?
  • Is het product opgebouwd uit standaardmodules (die wellicht weer zijn opgebouwd uit deelmodules, enz.)? Welke varianten per module?
    • Bij een rijdende hefkraan, die in verschillende groottes wordt geleverd, kan de fabrikant kiezen voor verschillen in wielgrootte (hoe groter de kraan, hoe groter de wielen) of voor verschil in aantallen wielen (hoe groter de kraan, des te meer wielen).
  • Worden standaardcomponenten gebruikt (bijvoorbeeld standaardschroeven)?

De hierna volgende onderdelen van de checklist kun je toepassen op zowel het product als geheel als, waar van toepassing, op specifieke modules of onderdelen ervan. Ga niet op alles wat genoemd wordt in, dan is het einde zoek. Probeer om op basis van gezond verstand hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden.

Vorm

Kunnen er standaarden zijn voor de afmetingen van het product?

  • Soms is het handig om een voorkeursassortiment te definiëren:
    • Schoenen: maat 38, 39, 40, 41, 42, enz.
    • Papierformaten: knip een A4 (216 x 297 mm) in tweeën en je hebt twee vellen A5 (148 x 216 mm). De Amerikanen hebben afwijkende maten, gebaseerd op inches.
  • Vaak moet het ene product passen bij het andere. Dan zijn afspraken over afmetingen nodig:
    • Stofzuigerzak in stofzuiger.
    • Fotorolletje in fototoestel.
    • Standaardbierfles in een standaardkrat dat past op een standaardpallet die past in een standaardcontainer.
  • Geometrische productspecificaties en passingen: welke toleranties van maat, vorm e.d. zijn toelaatbaar? Als het één moet passen op of in het ander, zoals een as in een wiel, dan moeten toleranties worden gedefinieerd: welke afwijking van de beoogde maat of vorm is nog toelaatbaar? Hoe nauwer de marges worden gedefinieerd, des te duurder de productie …
  • Standaardmeetmethoden om afmetingen te meten.

Materiaal

(Vereiste) eigenschappen, bijvoorbeeld:

  • Chemische samenstelling.
  • Minimale treksterkte.
  • Maximum gewicht.
  • Kleurechtheid.
  • Uitlooggedrag (geen schadelijke stoffen afgeven in de omgeving).

Testmethoden om dergelijke materiaaleigenschappen na te gaan.

Mechanische beweging

Als productonderdelen ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, kunnen andere standaarden nodig zijn:

  • Standaarden voor de interface tussen het één en het ander, bijvoorbeeld:
    • Tandwielen (afmetingen, eigenschappen, sterkte, berekeningswijze, testmethode).
    • Smeermiddel (eigenschappen).
  • Standaarden die eisen stellen aan de beweging, bijvoorbeeld:
    • Maximum-toerental
    • Tijd waarbinnen de beweging kan worden gestopt.
  • Veiligheidseisen.

Elektriciteit

Standaardalisatie op elektrotechnisch gebied was er eerder dan op andere gebieden, omdat ontwikkeling van de technologie niet goed mogelijk was zonder standaarden voor met name aansluitbaarheid en veiligheid.

  • Aansluitbaarheid, bijvoorbeeld:
    • Stekkers.
    • Bedrading.
    • Voltage.
    • Stroomsterkte.
  • Veiligheid, bijvoorbeeld:
    • Isolatie.
    • Toegankelijkheid voor mensen.
    • Aansluitvoorwaarden.
  • Elektromagnetische compatibiliteit (EMC): het product moet andere producten niet storen (geen mobieltje gebruiken in het vliegtuig) en mag zelf niet door andere producten gestoord worden.

Kwaliteit

Eigenschappen van het product in relatie tot de eisen en wensen van de klant. Aan de hand van standaarden kan de leverancier:

  • deze kwaliteit beschrijven: ‘Mijn product voldoet aan standaard X’);
  • deze kwaliteit aantonen, via een standaardtestmethode. Dit testen gebeurt door of namens:
    • hemzelf (“1e partij”);
    • de klant  (“2e partij”);
    • een onafhankelijke derde partij (bijvoorbeeld een testlaboratorium of een certificatie-instelling).

Milieu

Aspecten van het product die effect kunnen hebben op het milieu, bijvoorbeeld:

  • Energieverbruik tijdens de productie.
  • Energie nodig bij gebruik van het product.
  • Grondstoffenverbruik.
  • Vrijkomen van schadelijke stoffen of straling.
  • Geluidsproductie
  • Door het product veroorzaakte trillingen.
  • Herbruikbaarheid (“design for re-use”).

Standaarden kunnen een prestatie-eis vastleggen of een meetmethode geven aan de hand waarvan kan worden getest of aan de eisen wordt voldaan. Ook kunnen er standaarden zijn met voorbeeld-oplossingen.

Veiligheid

Speelgoed kan gevaarlijk zijn voor kinderen, bijvoorbeeld door:

  • scherpe randen;
  • onderdelen die kunnen loslaten (ogen van een beer);
  • afgifte van schadelijke stoffen als het speelgoed in de mond wordt gestopt;
  • kleine onderdelen, waardoor een kind zou kunnen stikken.

Voor speelgoed zijn standaarden ontwikkeld die eisen stellen aan de veiligheid. Voor veel andere producten geldt dat ook. Standaarden die erop gericht zijn om ongelukken te voorkomen betreffen onder andere:

  • Vastgelegd veiligheidsniveau.
  • Beproevingsmethoden om te testen op veiligheid.
  • Voorbeelden van oplossingen om te zorgen voor veiligheid (bijvoorbeeld hek langs balkon).
  • Preventieve waarschuwingen (bijvoorbeeld gevaaraanduiding op product, geluidssignaal bij vrachtauto die achteruit rijdt).
  • Signaleringen bij gevaar (bijvoorbeeld in auto: automatische melding dat benzine bijna op is).
  • Beveiligingen bij gevaar (bijvoorbeeld droogkookbeveiliging bij waterkoker).
  • Gebruiksaanwijzing.
  • Voorschriften voor ingebruikstelling.
  • Voorschriften voor onderhoud / reparatie.

Mocht het toch misgaan, dan kunnen standaarden opnieuw behulpzaam zijn:

  • Standaarden die veiligheidsvoorzieningen voorschrijven (bijvoorbeeld aanwezigheid van brandblusapparatuur).
    • Standaarden die eisen stellen aan veiligheidsvoorzieningen (bijvoorbeeld eisen aan brandblusapparatuur).
    • Gebruiksaanwijzing (“Heeft de patiënt teveel van dit medicijn gebruikt, laat hem dan veel water drinken en waarschuw uw huisarts”).

Gevaarlijke situaties kunnen ontstaan wanneer een product anders wordt gebruikt dan bedoeld. Soms is dergelijk ander gebruik voorspelbaar:

  • verfblik openmaken met schroevendraaier;
    • op de vensterbank staan om de ramen schoon te maken.

De fabrikant kan waarschuwen tegen dergelijk gebruik, maar beter is het om het product zo te ontwerpen dat het bij voorbaat bestand is tegen wat de Engelsen noemen: ‘foreseeable misuse’. De hygiëne-eisen voor honden- en kattenvoer zijn daarom zo stringent dat dit voer voor menselijke consumptie geschikt is!

Ergonomie

Eisen voor het product in relatie tot de gebruiker, of voor de interactie tussen gebruiker en product. Ergonomische standaarden betreffen o.a.:

  • Ontwerpprincipes.
  • Antropometrie: maten en andere eigenschappen van mensen, te gebruiken voor het ontwerpen van producten.
  • Eisen aan het gebruiken van producten (bijvoorbeeld vereiste houding, tillen).
  • Toelaatbare blootstelling aan bijvoorbeeld lawaai, trillingen, temperatuur of elektromagnetische straling.
  • Eisen aan product-mens-interface, bijvoorbeeld toetsenborden, bedieningspanelen, displays, pictogrammen.

Gezondheid van mens en dier

Eisen voor het product in relatie tot de gezondheid van de gebruiker en meetmethoden hiervoor. Het meest direct geldt dit uiteraard voor voedingsproducten c.q. dierenvoeding:

  • Standaarden met eisen aan voedselveiligheid.
  • Standaarden met meetmethoden om de veiligheid van voedsel te testen.
  • Standaarden met eisen aan de bereiding, distributie en opslag van voedsel.
  • Standaarden voor gebruiksinformatie (bijvoorbeeld houdbaarheidsdatum).

Specifiek voor medische producten zijn eisen i.v.m. de beïnvloeding tussen het product en de mens. Naast kwaliteitseisen betreft dit eisen voor bio-compatibiliteit: voorkomen dat het product en het menselijk lichaam elkaar niet goed verdragen (bijvoorbeeld huidirritatie door pleister).

Informatie

  • Informatie voor productidentificatie, bijvoorbeeld:
    • Nummers / codes.
    • Namen / termen, definities.
  • Informatie over producteigenschappen, bijvoorbeeld:
    • Classificaties.
    • Termen, definities.
  • Informatie over hoe het product is gemaakt, bijvoorbeeld:
    • Technische tekening.
    • Constructieberekeningen
  • Informatie voor de gebruiker:
    • Gewenst / beoogd gebruik
    • Ontraden gebruik.
    • Aanwijzingen voor gebruik.
    • Houdbaarheid.
    • Mogelijke ‘bijwerkingen’.
    • Instructie voor onderhoud
  • Relatie tussen product en informatie: (aanwijzingen voor:)
    • Aanbrengen van informatie op het product.
    • Streepjescodes e.d.
    • Chips e.d.
    • Streepjescodes

Informatieverkeer

Standaarden voor het verzenden van informatie van het ene geautomatiseerde systeem naar het andere betreffen o.a.:

  • De fysieke verbinding (eisen aan bijvoorbeeld glasvezelkabel).
  • Het synchroniseren van het verzenden van gegevens.
  • Adressering voor en routering van gegevens.
  • Versleuteling en interpretatie van gegevens.
  • Wijze van invoer van gegevens.
  • Wijze van representatie van gegevens.
  • Beveiliging van gegevens.

Aan veel producten zijn diensten verbonden, bijvoorbeeld:

  • Installatie (de leverancier van het t.v.-toestel komt thuis langs en stelt de kanalen voor de zenders in).
  • Service (telefonische helpdesk).
  • Garantieregeling.
  • Klachtenbehandeling.
  • Onderhoud.

In veel gevallen zijn hier standaarden voor. Omgekeerd zijn aan veel vormen van dienstverlening ook producten verbonden (bijvoorbeeld een vrachtauto in transportdienstverlening, een medisch hulpmiddel in ziekenverzorging). In dienstverlening zijn daarom vaak ook standaarden voor producten relevant. Hieronder gaan we in op specifieke standaarden voor diensten.

Standaard of maatwerk?

Krijgt elke klant een ander dienst krijgt, of krijgt iedereen hetzelfde? Diensten waarbij de leverancier zijn klant niet of nauwelijks persoonlijk ziet (“telediensten”) zijn dikwijls vrij standaard, bijvoorbeeld energielevering of een telefoonabonnement. Vaak is er bij diensten direct klantcontact en daarmee is de dienst al per definitie niet compleet standaard, zelfs niet bij McDonald’s. Dikwijls kan een producent overigens maatwerk of bijna-maatwerk leveren met achterliggende “eenheid”. Voorbeeld: adviesdienstverlening lijkt compleet maatwerk, maar een professioneel adviesbureau heeft een database met standaardoplossingen voor problemen die de adviseurs vaak tegenkomen. Ook werken ze volgens bepaalde procedures.

  • Wat is de dienst in dit geval? Kun je deze dienst opgebouwd denken uit standaardmodules (die wellicht weer zijn opgebouwd uit deelmodules, enz.)? Is er per module een aantal varianten?

 Dienstverleningsproces en resultaat van dienstverlening

Standaarden voor dienstverlening hebben in de eerste plaats betrekking op het dienstverleningsproces en op het resultaat van de dienstverlening. Die twee lopen bij dienstverlening dikwijls in elkaar over. Bij een cabaretvoorstelling geniet de bezoeker tijdens het proces van het verlenen van de dienst. Soms zijn ze ook duidelijk te onderscheiden – het resultaat van transportdienstverlening is dat de goederen van A naar B zijn vervoerd, op het juiste tijdstip zijn aangekomen en onderweg niet beschadigd zijn. Om standaarden te zoeken is het vaak verhelderend om ‘proces’ en ‘resultaat’ te onderscheiden.

Wetgeving en standaarden voor het dienstverleningsproces kunnen o.a. betrekking hebben op:

  • Een specificatie van activiteiten.
  • Betrouwbaarheid.
  • Privacy-aspecten, zie bijvoorbeeld AVG voor wet- en regelgeving
  • Veiligheidsaspecten, zie bijvoorbeeld Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen of de standaard NEN-ISO/IEC 27032:2012 (Information technology - Security techniques - Guidelines for cybersecurity)
  • Gedragscode.
  • Vergunningsvereiste.

Standaarden voor resultaten van de dienstverlening betreffen onder andere:

  • Resultaatspecificatie.
  • Eisen aan het resultaat.
  • Meetmethode om te toetsen of aan deze eisen wordt voldaan.

Medewerkers binnen de dienstverlenende organisatie

Veel dienstverlening vindt plaats in directe wisselwerking tussen leverancier en klant. De persoon die de dienst verleent is dus uitermate belangrijk. Standaarden voor personen betreffen o.a.:

  • Kennis (bijvoorbeeld: ‘moet in bezit zijn van lasdiploma’).
  • Vaardigheden.
  • Houding.
  • Ethische code (bijvoorbeeld vertrouwelijkheid).

Klanten

In enkele gevallen worden ook eisen gesteld aan klanten:

  • Toelatingseis (bijvoorbeeld geen alcohol voor kinderen onder 16, alleen auto verhuren aan wie rijbewijs en legitimatie heeft, gezondheidseis bij sportbeoefening).
  • Gedragseis (bijvoorbeeld rookverbod).

Organisatie van de dienstverlener

Wie via Internet een vakantie boekt, wil er wel van op aan kunnen dat de reisorganisatie betrouwbaar is, zodat de reis inderdaad doorgaat en de belofte van het appartement met eigen zandstrand wordt waargemaakt. Dat geldt ook bij andere vormen van dienstverlening: dikwijls zijn ook eisen aan de dienstverlenende organisatie van belang, zoals:

  • Kwaliteitsmanagement (bijvoorbeeld een kwaliteitsmanagementsysteem gebaseerd op de internationale standaard ISO 9001).
  • Milieumanagement (bijvoorbeeld op basis van de standaard ISO 14001).
  • Arbo-management (systeem voor het systematisch aandacht geven aan de arbeidsomstandigheden).
  • Veiligheidszorg (Is de organisatie van Dance Valley toegerust om ongelukken met bezoekers te voorkomen?).
  • Liquiditeit en andere financiële aspecten.
  • Personeelsbestand, bijvoorbeeld minimumbezetting en opleidingsniveau.

Fysieke objecten die de dienstverlening ondersteunen

Voorbeelden:

  • Technische eisen aan treinen bij openbaarvervoersdienstverlening.
  • Eisen aan gereedschappen bij reparatiedienstverlening.

Fysieke objecten van klanten

Bij enkele vormen van dienstverlening werkt de dienstverlener met of aan objecten van klanten en stelt daaraan eisen. Voorbeelden:

  • Eisen aan te repareren objecten bij reparatiedienstverlening.
  • Eisen aan te vervoeren lading bij transportdienstverlening, zoals:
    • maatvoering van containers of wissellaadbakken;
    • eisen aan schok- en waterbestendigheid.

Werkruimte

Eisen aan de ruimte waarbinnen de dienst wordt verleend, bijvoorbeeld:

  • Eisen voor daglichttoetreding in kantoorruimte.
  • Eisen aan de aanwezigheid van veiligheidsvoorzieningen en goede luchtafvoer in een chemisch laboratorium.

Maatregelen om te voorkomen dat er iets mis gaat

Voorbeelden:

  • Veiligheidsprocedures.
  • Werkinstructies.

Maatregelen voor als er iets mis gaat

  • Noodmaatregelen, rampenplan.
  • Klachtenafhandeling.
  • Garantiebepalingen.

Communicatie

Er is altijd sprake van communicatie tussen klant en dienstverlenende organisatie, dikwijls voor, tijdens en na het verlenen van de dienst. Soms is er ook binnen de dienstverlenende organisatie sprake van communicatie (bijvoorbeeld bij bibliotheekdienstverlening, waarbij jouw bibliotheek een boek bestelt bij een andere bibliotheek). Voor al deze communicatie kunnen standaarden van belang zijn:

Standaarden voor het verzenden van informatie van het ene geautomatiseerde systeem naar het andere betreffen o.a.:

  • De fysieke verbinding (eisen aan bijvoorbeeld glasvezelkabel).
  • Het synchroniseren van het verzenden van gegevens.
  • Adressering voor en routering van gegevens.
  • Versleuteling en interpretatie van gegevens.
  • Wijze van invoer van gegevens.
  • Wijze van representatie van gegevens.
  • Beveiliging van gegevens.

Daarnaast kunnen er standaarden zijn voor bijvoorbeeld:

  • Standaardformulieren
  • Streepjescodes.
  • Pictogrammen.
  • Protocollen.
  • Gedragscode.
  • Bereikbaarheid (bij voorbeeld tijden van telefonische bereikbaarheid, gemiddelde wachttijd).

Betaling

  • Wijze van betaling.
  • Termijnen.
  • betalingsvoorwaarden.

Standaarden van officiële standaardisatie-instellingen zijn vrijwillige standaarden: het staat een ieder vrij ze wel of niet te gebruiken. In een aantal situaties is de toepassing van een officiële standaard voor een product echter min of meer verplicht:

  • Vanwege de aansluiting op de technische omgeving (als het product met een stekker (officieel: ‘contactstop’) in het stopcontact (officieel: ‘contactdoos’) moet, kunnen de standaarden daarvoor niet worden genegeerd.
  • Omdat bepaalde standaarden in de markt zo breed aanvaard zijn, dat je een afwijking in de markt niet geaccepteerd zou worden (bijvoorbeeld de QWERTY-standaard  voor toetsenborden).
  • Omdat de afnemer bepaalde standaarden voorschrijft (eventueel contractueel).
  • Omdat de klant een certificaat eist waaraan het voldoen aan bepaalde standaarden ten grondslag ligt.
  • Omdat de wet het gebruik van de standaard stimuleert of zelfs voorschrijft.

Er zijn ook officiële standaarden die weinig worden toegepast, bijvoorbeeld omdat er een concurrerende industriestandaard is. Kortom, ook als je inmiddels een groot aantal standaarden hebt gevonden, ben je nog niet klaar: je zult moeten nagaan, welke standaarden nu in de praktijk het meest worden toegepast, en liefst ook nog waarom. Op basis daarvan kun je dan zelf beslissen, welke jij zou willen toepassen.

Deze informatie is in de regel niet allemaal op het Internet te vinden. Je zult experts moeten vragen. Deze experts zullen meestal werkzaam zijn bij de organisaties die je al in kaart hebt gebracht.

  • In veel gevallen heeft de brancheorganisatie een goed overzicht en als zij dit niet heeft, kan zij wel aangeven, welke andere organisatie(s) kan/kunnen vertellen welke standaarden van belang zijn.
  • Bedrijven, vooral de grotere, weten dit dikwijls ook, maar zij zullen deze know-how dikwijls niet willen prijsgeven.
  • Hetzelfde geldt voor keurings- en certificatie-instellingen.
  • Een Nationaal standaardisatie-instituut heeft in veel gevallen wel inzicht in wat er aan officiële standaarden is, maar kan minder goed informatie verschaffen over andere eisen.

Val dergelijke experts niet lastig met de vraag “Welke standaarden zijn er voor product X”? Het beantwoorden van zo’n vraag kost ze veel tijd. Hoe beter je jezelf hebt voorbereid, des te eerder zullen ze geneigd zijn om zo welwillend te zijn een deel van hun kostbare tijd te besteden aan het beantwoorden van jouw vraag. Je kunt ze voorleggen, wat je ondertussen hebt gevonden en ze vragen:

  • of je iets hebt vergeten;
  • of dat wat je hebt gevonden in de praktijk ook echt van belang is.

In veel gevallen ben je een oerwoud aan standaarden tegengekomen. Het gevaar is, dat je dan door de bomen het bos niet meer ziet. Er lijkt geen beginnen aan. Welke standaarden kun je het beste nu vooral gebruiken?

Het is lastig, een algemeen antwoord te geven op deze vraag. Dikwijls zijn echter twee categorieën standaarden de belangrijkste:

  • standaarden die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de wensen van de klant;
  • standaarden die samenhangen met wetgeving.

Als een organisatie deze standaarden niet gebruikt, is het de vraag, of zij wel kan of mag leveren.

Een derde categorie heeft te maken met de afweging tussen standaard en maatwerk: dingen standaard doen om zo goedkoop mogelijk te produceren, maar toch ook een bepaalde mate van maatwerk, omdat klantenwensen verschillen. Standaarden die daarmee te maken hebben, zijn in de regel van groot commercieel belang.

In feite hangen de prioriteiten op het gebied van standaarden samen met de strategie van de organisatie.

Lees het aparte toelichtend document strategie en standaardisatievoor een enigszins abstract bedrijfskundig verhaal over hoe de standaardisatiestrategie kan worden gebaseerd op de ondernemingsstrategie. Voor de relatie tussen strategie, innovatie en standaardisatie rond een innovatief concept, ga naar de flowchart.